Keuzestress omdat je het eigenlijk niet weet.

In het kader van de Radboud-Careerday heb ik een workshop ‘Ik weet het niet’ aangeboden. Mijn conclusie is dat veel scholieren en studenten gewoonweg niet weten wat ze willen kiezen met alle gevolgen van dien.Veel ouders zien graag dat hun kinderen de hoogst mogelijke opleiding gaan doen, het liefst met een concrete baan in het vooruitzicht. Wanneer je onzeker bent of wanneer je bang bent om je ouders teleur te stellen, dan doe je maar wat je ouders wensen. Tijdens de workshop vertelde een student dat hij daarom geschiedenis is gaan studeren. Met hangen en wurgen heeft hij nu bijna de bachelor gehaald. Tijdens de workshop was hij gedachteloos allerlei figuurtjes aan het vouwen van de geeltjes die hij had gekregen om feedback op te schrijven. Ze waren perfect en heel creatief gevouwen. En toen kwam het er uit: hij zou veel liever iets met zijn handen gaan doen, dingen ontwerpen, creatief iets construeren. Nu hij afstand heeft genomen van zijn ouders durft hij nu wel die keuze te maken waar zijn hart naar uitgaat, beter laat dan nooit.

Gevolg: meer psychische stress

We durven het gewoonweg niet te erkennen en de scholieren ook niet: onder druk van ouders, school, de maatschappij worden ze gedwongen tot een keuze, waar ze diep in hun hart niet achter staan. Van de studenten die dit jaar starten zal 35% het eerste jaar van de HBO-opleiding niet afmaken en 24% van de studenten zal stoppen met zijn universitaire opleiding. Ze hebben verkeerde keuzes gemaakt en mijn ervaring is dat daarnaast nog veel studenten een studie doen, waarmee ze niet gelukkig zijn. Wanneer ze bijna klaar zijn, volgt er uitstelgedrag. Het is één groot gat en daar komt veel stress uit voort. .

Dus: meer aandacht voor persoonlijke ontwikkeling

Naar mijn idee is te weinig aandacht voor persoonlijke ontwikkeling. Daar is naar mijn mening te weinig aandacht voor in in het middelbaar onderwijs zowel als bij de vervolgopleidingen. Ik denk dat wanneer er meer ruimte wordt gemaakt voor persoonlijke ontwikkeling, juist die rendementen beter zullen zijn omdat de keuzes voor vervolgopleidingen veel overtuigender zullen zijn. Ruimte betekent ruimte in tijd, maar ook ruimte om in een vertrouwelijke omgeving op het eigen leven te reflecteren en te onderzoeken waar de echte talenten liggen. Een vaardigheid die niet alleen nuttig is in je studententijd, maar waar je ook de rest van je leven profijt van hebt.

Help: er is geen tijd, durf en ruimte meer om in het diepe te springen. Blijkbaar willen we dat als maatschappij.

In het kader van de Careerday heb ik vorige week samen met communicatiedeskundige Nelleke Louwerse een workshop ‘In het diepe springen, hoe doe je dat?’ aangeboden aan de studenten van de Radboud Universiteit. Diezelfde dag gaf ik ook de workshop ‘Ik weet het niet’. In beide workshops kwamen dezelfde thema’s aan bod. In de eerste workshop bleek dat enkele studenten niet hebben durven springen, terwijl ze dat wel wilden doen en dat ze daardoor keuzes hebben gemaakt, waarin ze nu ongelukkig zijn. Veel ouders zien graag dat hun kinderen de hoogst mogelijke opleiding gaan doen, het liefst met een concrete baan in het vooruitzicht. Wanneer kinderen onzeker zijn of wanneer ze bang zijn om hun ouders teleur te stellen, doen ze maar wat hun ouders wensen. Tijdens een workshop vertelde een student dat hij daarom geschiedenis is gaan studeren. Zijn ouders wilden dat hij rechten of medicijnen ging doen om dat daar tenminste werk in te vinden was, maar gelukkig kon hij er nog geschiedenis van maken. Dat vond hij ten minste nog interessant. Ten minste dat dacht hij. Met hangen en wurgen heeft hij de bachelor gehaald. Tijdens de workshop was hij gedachteloos allerlei figuurtjes aan het vouwen van de geeltjes die hij had gekregen om feedback op te schrijven. Ze waren perfect en heel creatief gevouwen. En toen kwam het er uit: hij zou veel liever iets met zijn handen gaan doen, dingen ontwerpen, creatief iets construeren. Nu hij afstand heeft genomen van zijn ouders durft hij te springen naar iets wat echt bij hem past, beter laat dan nooit.

Gevolg: meer psychische stress

Scholieren staan voor fundamentele keuzes in hun tienertijd en bij vele is de tijd nog niet rijp om die keuzes zelf te maken met alle gevolgen van dien. De scholier kiest een profiel en dat heeft al behoorlijk veel consequenties voor de toekomst. Dan moet er aan het eind van de middelbare school gekozen worden voor een opleiding. We durven het gewoonweg niet te erkennen en de scholieren ook niet: ze zijn nog zo jong, ze weten het niet en daarom kiezen ze onder druk van ouders, school, de maatschappij of van zichzelf voor iets, waar ze diep in hun hart niet achter staan. Maar er is geen tijd om diep in dat hart te kijken. Gevolg is dat veel studenten een verkeerde keuze maken. Dit proces herhaalt zich na afronding van de bachelor en de master. Dan zijn er opnieuw keuzemomenten.

Van de studenten die dit jaar starten zal 35% het eerste jaar van de HBO-opleiding niet afmaken en 24% van de studenten zal stoppen met zijn universitaire opleiding. Ze hebben verkeerde keuzes gemaakt en mijn ervaring is dat daarnaast nog veel studenten een studie doen, waarmee ze niet gelukkig zijn. Wanneer ze bijna klaar zijn, volgt er uitstelgedrag. Het is één groot gat. Tegelijkertijd wordt de prestatiedruk steeds groter. Bindend studieadvies, hoge cijfers, betere rendementen, steeds strengere selecties, afschaffen studiefinanciering, werken naast de studie om financieel rond te komen, verplichting om een deel in het buitenland te studeren met de kans op studievertraging, etc. etc, bevorderen niet het welzijn van de student. Hij of zij krijgt de kans niet meer om iets uit te proberen of om de ruimte te nemen voor persoonlijke ontwikkeling. En juist nu zou daar veel meer aandacht voor moeten zijn, niet alleen op de universiteiten, maar op alle onderwijsinstellingen. Hoe hoger de externe druk om te presteren, hoe meer kans dat scholieren en studenten uitvallen of iets kiezen wat niet bij hun eigenlijke talenten en interesses past en psychische stress krijgen. Blijkbaar willen we dat als maatschappij.

 Dus: meer aandacht voor persoonlijke ontwikkeling

Naar mijn idee is er dus veel te weinig aandacht voor persoonlijke ontwikkeling. De uitkomsten van de bovenstaande workshops bevestigen dat. Dan zijn de studenten aan het einde van hun studie. Er zou al veel eerder aandacht voor moeten zijn. Het belang om ruimte te maken voor die persoonlijke ontwikkeling van de student staat haaks op de geringe aandacht ervoor in het onderwijs, in het middelbaar onderwijs zowel als bij de vervolgopleidingen. Ik denk dat wanneer er meer ruimte wordt gemaakt voor persoonlijke ontwikkeling, juist die rendementen beter zullen zijn omdat de keuzes voor vervolgopleidingen veel overtuigender zullen zijn. Ruimte betekent ruimte in tijd, maar ook ruimte om in een vertrouwelijke omgeving op het eigen leven te reflecteren. Een vaardigheid die niet alleen nuttig is in je studententijd, maar waar je ook de rest van je leven profijt van hebt.

Het verhaal van je leven – boekbespreking

Soms lees je een boek en dan denk je: ‘dat had ik geschreven kunnen hebben’. Dat gevoel kreeg ik bij het nieuwe boek van Mieke Bouma: ‘Het verhaal van je leven. Storytelling en de zoektocht naar een zinvol bestaan’ (2018, uitgeverij Balans, Amsterdam). Ik ben blij dat het er is, dan hoef ik het niet meer te schrijven en kan ik me vooral bezighouden met workshops, weekenden en adviesgesprekken op het gebied van storytelling en zingeving.

Ik kan dan mooi adviezen en werkvormen gebruiken die in het boek verwerkt zijn. En tot mijn verbazing kwam ik op bladzijde 113 mijn eigen naam tegen.  Inderdaad, ik heb het over twee soorten zin. Een zin met een punt en de zin in je leven. En het mooiste is om de zin in je leven in zinnen te formuleren zodat jij en ook anderen er op kunnen reflecteren. In feite is dit ook het hele thema van het boek. Op bladzijde 87 en 88 formuleert Mieke Bouma het als volgt: ‘Het leven als verhaal zien is niet een knop die je omzet, maar een voortdurend proces waarbij steeds weer iets onthuld wordt over de koers van je leven’. Het antwoord is telkens meerkleurig, meerstemmig en diffuus en is altijd een momentopname. Het is een tijdelijk verhaal dat altijd bijgesteld kan worden. En daar ligt nu precies de uitdaging.

De steen van Sisyphus

Om argumentatie te staven put ze uit een grote hoeveelheid bronnen, vooral uit de Griekse Mythologie. De Griekse godenwereld is een enorme vitale wereld waar lust, afgunst, liefde en heerschappij over elkaar heen buitelen. Uiteraard krijgt de Odyssee ruim baan als de ultieme reis van de held. Ik ben meer geporteerd door Sisyphus ook omdat ik dit voorbeeld vaak zelf gebruik. Sisyphus heeft van de goden een zeer nutteloze straf gekregen omdat hij weigerde om naar het dodenrijk te gaan. Hij moet een grote steen naar boven sjouwen en als deze steen bijna boven is, valt hij weer naar beneden en begint zijn arbeid opnieuw. Dit gaat eindeloos door. Mieke Bouma citeert de Franse filosoof Albert Camus want die zegt dat Sisyphus gelukkig is. Hij heeft namelijk zijn doel bereikt. Door het oneindig rollen van de steen is hij onsterfelijk geworden. Hij weet zijn werk om te zetten in kracht en in een zinvol bestaan. En dat is precies wat je met het verhaal van je leven kan doen.

Zo heeft de steen van Sisyphus een rol in mijn eigen leven gespeeld. Afgelopen maanden ben ik als pelgrim vanaf Den Bosch naar Santiago gelopen. Elke middeleeuwer wist al dat hij een steen mee moest nemen van zijn geboortegrond en achter moest laten bij het IJzeren Kruis 250 kilometer voor Santiago. Dat was zijn last dat hij achterliet en daarna zou hij lichter lopen om in Santiago boete te doen. Ook ik heb mijn steen achtergelaten. Ik heb teveel gestreden in het verleden en hoop dat achter me te laten.

Archetypen

Er zijn verschillende methoden om je eigen verhaal diepgang te geven en in deel twee doet Mieke Bouma dat aan de hand van archetypen. Het verhaal van ons leven wordt voor een groot deel bepaald door wat onze innerlijke goden – de stemmen in de oerdiepte – ons influisteren, zo beargumenteert ze. Deze innerlijke stemmen zijn je archetypen. Carl Gustav Jung heeft de archetypen geïntroduceerd. Hij beschrijft ze als ‘overgeleverde, functionele oerdrijfveren’. Ze kennen veel variaties, kunnen veranderen en zich ontwikkelen. Archetypen zijn de innerlijke gidsen op je levenspad. Natuurlijk kunnen archetypen ook een negatieve uitwerking hebben of te dominant zijn. Ik was heel nieuwsgierig of Mieke Bouma zelf aangeeft welke archetypen ze heeft, maar ik ben ze niet tegengekomen. Ik ben er voor mezelf naar op zoek gegaan. Via haar site https://miekebouma.nl/12-archetypen/kun je een test doen en bij mij zijn het er op dit moment twee: het onbevangen kind en de gelukzoeker. Voor het onbevangen kind staan onschuld, dromen, verlangens en optimisme centraal. Daar staan naïviteit, blind optimisme, onnozelheid en een onrealistische levenshouding tegenover. Het onbevangen kind stimuleert ons vermogen tot dromen, hoop en verlangen, ook al zien de omstandigheden er niet altijd goed uit. De gelukzoeker staat voor avontuur, autonomie en vrijheid. Letterlijk lees ik op pagina 174 dat veel jonge mensen wereldreizen maken. Ze ontdoen zich van hun ballast, de sleur, het ouderlijk gezag. De oproep tot avontuur kan op alle leeftijden voorkomen. Dat klopt dus wat mij betreft. Als onbevangen kind heb ik het geluk gezocht op mijn pelgrimspad naar Santiago en mijn dromen waargemaakt. Ook de gelukzoeker heeft een onvermogen: het onvermogen om zich te binden, voelt zich rusteloos en neigt naar arrogantie. Het plot is of de gelukzoeker geluk en vrede in zichzelf kan vinden. Als hij het namelijk niet kan vinden dan wordt het leven tragisch. Ik geloof dat ik na mijn pelgrimstocht die innerlijke rust wel gevonden heb. Ik ben wel tevreden met mijn gevonden archetypen en het helpt mij mijn verhaal verder te formuleren. Ben je nieuwsgierig naar je eigen archetypen? Doe dan de test.

Stappen zetten

In deel drie van het verhaal van je leven wordt het tijd voor het nieuwe verhaal. Inzichten heb je in deel een en twee opgedaan en deel drie heeft de mooie titel ‘Van lot naar plot’. Het is een zoektocht naar de drijfveren in je leven. Mieke Bouma geeft verschillende mogelijkheden om dat te doen. Je maakt stappen in je nieuwe verhaal zoals in het begin van het laatste hoofdstuk staat: “ (…) het is belangrijk om het nieuwe verhaal mentaal voor je te zien (visualiseren, moed tonen, jezelf bekrachtigen, nieuw gedrag oefenen en herhalen, rituelen inbouwen en genieten van de eerste successen). Na mijn pelgrimstocht is mijn belangrijkste wijsheid: ‘zet een stap en je komt altijd ergens aan’. Dat blijkt wel wanneer je bijna vier maanden op weg bent en altijd onderdak vindt. Je kan dus ook zeggen: ‘om ergens aan te komen, moet je een stap zetten’.

Het meest onder de indruk was ik van het hoofdstuk over de oerscène en de levensplotvraag. Een oerscène is een moment uit de vroege jeugd waarop een besluit wordt genomen om te kunnen overleven. Als je daarop terugkijkt of dit weet te formuleren wordt ook de levensplotvraag duidelijk. Hier vertelt Mieke Bouma haar eigen levensverhaal op een ontroerende manier. Ik moest even slikken. Ik vertel het niet. Als je het wilt weten: koop het boek. Ik beveel het van harte aan.